blog


De bunzing. Schuilnaam: gemaskerde boommarter - zaterdag 11 augustus 2018

,,Hé Rombout, mag ik je cameraval lenen?", vraagt een campinggast aan mij. ,,Iemand op de camping denkt dat een marter onder zijn partytent zit, in een konijnenhol". Nou, dat klinkt natuurlijk veelbelovend. Ik ga er eigenlijk vanuit dat dit een boommarter moet zijn, gezien de bosrijke omgeving.
 
 

Nu ga ik voor een aantal dagen duiken en zal in eerste instantie deze spannende gebeurtenis niet meemaken. De eerstvolgende dag kreeg ik al een foto opgestuurd van een ..........marter. Gezien zijn zwarte neus ga ik er helemaal vanuit dat dit een boommarter is en geen steenmarter die een meer vleeskleurige neus heeft. Ik verheug me nu al op mijn terugkomst.

Maar dan de volgende dagen: ik ga twijfelen, want deze marter heeft een witte snuit, een wat ronde kop en een masker om de ogen. Toch maar even opzoeken en ja hoor, dom dom dom, dit is een bunzing en helemaal geen boommarter. Mijn enige en slechte excuus is dat ik nog nooit een bunzing in het echt heb gezien. In ieder geval zijn ze wel familie van elkaar. Vanaf nu is de bunzing dan maar de 'gemaskerde boommarter' voor mij.
 

 
De camping is geen gebied waar je een bunzing verwacht. Ze leven meestal bij boerderijen en weilanden, in kleinschalige gebieden met sloten, greppels en akkers. Maar hier midden in het bos aan de Ermelose heide? De heide wordt omringd door kilometers bos: de Ermelose bossen van de gemeente, Sparrendal van defensie, het Speulderbos van Staatsbosbeheer en privélandgoed de Ullerberg.
 
 
Bij terugkomst van het duiken plaats ik meteen weer de cameraval. Normaal ben ik hiervoor altijd huiverig. Een jaar of twee geleden is al eens een cameraval gestolen van een mede-campinggast en mij die we samen hadden aangeschaft. Zonde van de 100 euro. Deze, door mij geleende, cameraval plaats ik met minder angst bij mensen op de plek. Ik ben blij dat ik toestemming heb gekregen om te mogen fotograferen. En dat terwijl ze niet aanwezig zijn. Dank hiervoor!
 
De volgende ochtend ben ik vroeg op. Ik besluit om bij mijn cameraval te kijken. Het is half zeven in de ochtend. 's Avonds heb ik wat fruit bij de ingang neergelegd en zie dat het opgegeten is. Hier moeten dus beelden zijn. Snel bekijk ik de cameraval en op de eerste drie videofragmenten zie ik een egel rondsnuffelen. Het vierde fragment laat zien waarvoor ik hier ben gekomen: moederbunzing loopt met een prooi in de bek het hol in. Bij het bekijken van de vijfde opname hoor ik op een meter of tien van mij geluid in de bosjes. Ik trek me een paar meter terug en hoop dat het de bunzing is, of zal het gewoon een merel zijn?
En dan gebeurt het........
 
Vier jonge bunzingen komen aanrennen. Bij de nestingang rollen een paar over elkaar heen, eentje hangt in de bosjes en de laatste komt naar mij toe tot zo'n 40 centimeter afstand. Ik zie hem duidelijk ruiken. Rustig zijn ze niet, ze rennen door elkaar heen. Zal ik blijven kijken en genieten of fiets ik naar mijn caravan om mijn fototoestel te halen? Het is minder dan 600 meter. Ik besluit het laatste, temeer ze mijn aanwezigheid al lang in de gaten hebben. Er heerst geen angst voor mij. Na een kleine tien minuten ben ik terug en gelukkig zijn ze er nog. De bunzingen zijn te dichtbij om meerdere tegelijk op de foto te zetten. Gelukkig kan ik onder moeilijke foto-omstandigheden toch nog wat foto's maken.
Daarna nog naar de tipgever gefietst en uit bed gehaald zodat deze ook de finale van het schouwspel kon aanschouwen.
 
Het lijkt een schattig diertje, maar een bunzing is in staat een haas te doden. Konijnen volgt hij tot in het hol waarna deze met een beet in de nek wordt gedood. Bij het vangen van een fazant wordt zelfs de gehele kop eraf gebeten.  
 

 
 
  
 
Uiteindelijk zijn we nog acht vroege ochtenden bij het hol geweest in de hoop op meer mooie foto's. Maar zoals vaak gebeurt: de eerste ontmoeting was de beste. Maar na de geweldige eerste ochtend hebben we de overige ochtenden nog genoeg kunnen zien: eekhoorntjes die op bezoek kwamen om een pinda te eten, de vos terugkerend van zijn nachtelijke strooptocht en natuurlijk onze 'gemaskerde boommarter' bij het nest.
 
 
Om te controleren of een hol nog wordt bewoond, maak ik wel eens gebruik van de truc van de stokjes of het spinnenweb. Bij een bunzingnest is dit totaal zinloos. Als je een stokje voor de ingang(en) van het hol plaatst en deze staat er na meer dan een dag nog, zegt dit niets over eventueel ontbreken van bewoning. En mochten de bewoners binnen zitten, is er nog altijd de kans dat ze alsnog naar buiten komen. Dit geldt ook voor spinnenwebben voor de ingang.
 
Bunzingen vreten namelijk gevangen prooien niet altijd meteen op, maar bewaren deze ook voor later. Dit gebeurt onder andere in het hol. Bunzingen zijn bijvoorbeeld dol op kikkers. Ze bijten de ruggengraat door zodat de kikker verlamd raakt, en bewaart deze voor later. Ze gaan daarom niet elke nacht op jacht.
Een tip voor de fanatieke natuurliefhebber: staat je stokje of hangt het spinnenweb nog voor de ingang: de woning is waarschijnlijk nog gewoon bewoond en de kans is juist aanwezig dat de jonge bunzingen na meer dan een dag ondergronds te zijn geweest, naar buiten komen om te gaan spelen.
 
De wetenschappelijke naam van de bunzing, mustela putorius, betekent stinkende wezel. Bunzingen kunnen een vieze muskusachtige geur afscheiden tegen roofdieren of om het territorium af te bakenen.

De laatste week komen er geen beelden van de bunzing meer door op de cameraval. Waarschijnlijk hebben we nog net het toetje mee kunnen krijgen en staan de jongen er nu alleen voor. Half augustus is de tijd dat ze definitief het nest verlaten..
 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

 

Terug naar de vorige pagina >


Terug naar de vorige pagina >