De ijsvogel

 
Begin 2012 had een vriend van mij (zie: www.frankpetersfotografie.com) een tip gekregen over een plek waar het fotograferen van ijsvogels goed te doen is. Inderdaad, de foto's die hij mee bracht waren mooi. Hij had de  ijsvogel in de koude winter van 2012 met bevroren waterdruppels op de veren kunnen fotograferen. Zelf ben ik dat jaar twee keer naar de plek geweest, met succes. Afgelopen week heb ik vanuit Amsterdam twee keer de afstand van 70 kilometer overbrugd om hopelijk een ijsvogel te kunnen fotograferen met gevangen visje. En ja, het is gelukt!! De eerste rit was een succes, de tweede rit een stuk minder. Slechts een schimp van de ijsvogel heb ik kunnen zien.
 
Allereerst een aantal algemene wetenswaardigheden over deze vogel.
 
De ijsvogel is ongeveer 16cm lang met een snavel van 4cm en heeft een gewicht van rond de 40 gram. De ijsvogel kan een leeftijd bereiken van 15 jaar. Het mannetje heeft een geheel zwarte snavel, het vrouwtje heeft een oranje vlek aan de basis van de ondersnavel.
 
 
Het is niet zeker hoe men aan de naam ijsvogel is gekomen. Volgens sommigen heet hij zo omdat hij in de winter bij het ijs werd gezien om vissen uit een wak te vangen, volgens anderen is het een verbastering van het Duitse Eisenvogel, wat staat voor ijzeren vogel. Die naam zou slaan op de metaalachtige glans van het blauwe verenkleed. Als de vogel langs vliegt zie je de vogel als een felle blauwe streep voorbij komen. Dit kan gaan tot een snelheid van 80km per uur.
 
De Engelse benaming van de ijsvogel is veel toepasselijker: Kingfisher, koningsvisser. In Frankrijk heet de vogel Martin Pecheur, Sint Maartens visser, genoemd naar de heilige St. Maarten. In Suriname noemen ze de ijsvogel Fisman.
 
Ondanks de naam ijsvogel, is de ijsvogel geen liefhebber van ijs. Het is zijn grootste vijand. Als zijn viswater bevroren is, zal de vogel niet meer kunnen vissen en uiteindelijk verhongeren. Strenge winters zijn een ramp.
De korte, maar strenge winter van 2012 heeft de ijsvogelpopulatie met maar liefst 75% doen afnemen! Vier jaar op rij al loopt de stand achteruit. Waar er in 2008 nog 1000 broedparen waren, zijn er nu nog slechts 100 broedparen over.

En dan hier de reden dat de plek waar ik de ijsvogel fotografeer ideale omstandigheden heeft, zelfs in strenge winters....

De sloot waar de ijsvogel zijn voedsel in vangt, blijft open en vriest niet dicht. Ook niet in strenge winters. De sloot ligt ongeveer twee meter dieper dan het niveau van het omringende land. Vlak naast de sloot ligt een vogelbroedgebied dat behoorlijk vochtig is. De afwatering van dit gebied vindt plaats in de sloot door middel van een duiker. Een buis met een doorsnede van een halve meter mondt uit in deze sloot. Door het hoogteverschil ontstaat er stroming wat er voor zorgt dat de sloot, zelfs bij strenge vorst, niet dicht vriest. De ijsvogel kan hier dus blijven vissen en zal geen last hebben van dichtgevroren sloten.
 
 
Achter de rietkraag ligt, op hogere grond,  het vogelbroedgebied. De buis rechts op de foto zorgt voor de stroming van het water. De in de grond gestoken tak links onderaan de foto gebruikt de ijsvogel als uitkijkpost.
 
Fotograferen gaat vanuit de best denkbare schuilhut: de auto.
                                          
 
Het vissen van de ijsvogel ging als volgt en kunt u gedeeltelijk volgen via de foto's.
 
 
 
Vanaf de tak, ruim een meter boven het water, speurt de ijsvogel het water af op zoek naar voedsel. Zijn kop houdt hij hierbij schuin naar het water gericht. Elke keer als de ijsvogel het water in dook, kwam hij weer boven met een prooi, een score van 100% dus.
 
 
 
 
 
 
Vanuit voorover gebogen positie duikt hij als een speer het water in om met de prooi in de snavel weer op hetzefde takje terug te komen. Hier heeft de ijsvogel een garnaaltje weten te vangen. Bij de meeste vangsten ging het om een garnaal.
 
 
 
 
 
 
De garnaal werd met een harde tik tegen de stok dood geslagen waarna deze werd doorgeslikt. Binnen een minuut had de ijsvogel alweer een volgende prooi weten te vangen, dit keer een Tiendoornig stekelbaarsje, met 5cm tot 7cm lengte de kleinste zoetwatervis van de Benelux.
 
 
 
 
 
 
Het visje spartelde behoorlijk tegen om nog te ontsnappen, maar er was geen ontkomen aan.
 
 
 
 
 
 
 
 
Met een paar felle, agressieve tikken werd de stekelbaars verdoofd. Hierdoor gaan de vinnen en de stekels van de stekelbaars plat liggen, waardoor het eten van de vis makkelijker gaat.
 
 
 
 
 
 
Uiteindelijk was de vis dusdanig verdoofd (of al dood) dat deze niet meer bewoog en de ijsvogel bijna kon beginnen met de maaltijd.
 
 
 
 
 
 
 
 
De vis kon nu in de juiste positie in de snavel gelegd worden, de kop als eerste in de keel, de staart aan het uiteinde.
 
 
 
 
 
 
 
Zoals op de foto goed te zien is, rekt de ijsvogel zich wat uit om makkelijker de vis door te kunnen slikken. Soms vangen ze wel eens vissen van ongeveer 10cm. De kop van de vis bevindt zich dan al in de maag, terwijl de staart nog uit de bek steekt. Door de sterke maagsappen is de kop dan al bezig aan het verteren.
Omdat vissen onverteerbare delen bevatten die zelfs door de sterke maagsappen niet kunnen worden verteerd, braakt de ijsvogel eens per dag een braakbal uit.